We maken een kasteelpoort met een ophaalbrug.
Voor de kasteelpoort gebruiken we:
materiaal
- pallets
- latten
- karton
- verf
- stevig touw
gereedschap
- hamer
- (schroef)boor
- lijmpistool
- kwasten
Frame
Van pallets en latten maken we eerst het frame van de poort. Onderaan zorgen we met twee dwarsbalken dat dit frame stevig staat. Ook aan de bovenkant maken we het frame vast, aan het plafond.
'Stenen'
De stenen maken we door van dozen rechthoekige stukken te knippen en snijden. Deze schilderen we in verschillende kleuren: bruin, grijs, zwart.
Met een lijmpistool plakken we de stenen op het frame.
Let erop dat er geen kieren tussen de stenen komen. Voor het mooiste effect laat je de steen boven een andere steen altijd iets erover heen steken. Zo zie je de kartonnen bovenrand niet meer.
Ophaalbrug.
Voor de ophaalbrug nemen we een groot stuk karton.
Hier maken we een frame van latten omheen.
Dit is licht en zorgt ervoor dat als de brug wel een keer per ongeluk neervalt er niemand gewond raakt.
Zorg ervoor dat het karton, als je de brug neerlaat, plat op de grond ligt, anders gaat het meteen stuk.
Het draaipunt
Het frame van de brug maak je zo dat er aan één korte kant een centimeter of vijf ruimte zit tussen de dwarslat aan de korte kant en de lange latten aan de zijkanten van de brug. De ruimte daartussen is bedoeld als eenvoudig scharnier.
De dwarslat maak je vast aan het frame.
Door haken in het frame van de brug en de poort kun je een touw halen, waardoor je de brug kunt optrekken.
Maak naast de brug een extra lat aan beide kanten, ook weer met een touw. Hier komen vlaggetjes aan. Deze worden niet opgetrokken. Zo zorg je ervoor dat de touwen van de brug goed zichtbaar zijn én dat ook als de brug opgehaald is, iedereen kan zien waar hij zal neerkomen.