De vragen hieronder hebben we besproken, niet als vragenlijst gemaakt, maar als leiddraad bij het gesprek.
0 Wat vind je van dit gedicht?
1 Rijmt het? Moet dat?
2 Over welk gevoel gaat dit gedicht?
3 Hoe heeft de schrijver dat gedaan? Je weet over welk gevoel het gaat, maar het wordt niet genoemd.
4 Voorbeelden van verschillende soorten 'gevoel' zijn
- blijdschap
- geluk
- gezelligheid
- vriendschap
- boosheid
- verdriet
- vriendschap
Kies er twee (of bedenk er zelf een) en bedenk bij elk 'gevoel' 5 werkwoorden die voor jou bij dat gevoel horen.
Bedenk ook 5 voorwerpen, plaatsen of personen die voor jou bij dat gevoel horen.
Schrijf met een werkwoord en een voorwerp een zin waarmee je een gevoel uitdrukt, zonder dat gevoel te noemen.
Het woord 'ik' mag niet in deze zinnen voorkomen.
'Knip' de zinnen in mooie korte stukjes en schrijf ze met kleurpotlood of viltstift op een tekenpapier.