Blok 1
• Kinderen kunnen doortellen en terugtellen tot en met 1000.
• Kinderen kunnen optellen en aftrekken tot en met 200 en met tienvouden.
• Kinderen kunnen een concrete situatie verbinden aan een vermenigvuldiging of een deling en deze oplossen.
• Kinderen kunnen een concrete situatie verbinden aan een optel- of aftrekopgave waarbij verschillende operaties uitgevoerd moeten worden
Blok 2
• Kinderen kunnen doortellen en terugtellen tot en met 1000 met sprongen van 1, 10 en 100.
• Kinderen kunnen optellen en aftrekken tot en met 120.
• Kinderen kennen de tafels van 3 en 6.
• Kinderen kunnen bij een eenvoudig patroon het spiegelbeeld tekenen.
Blok 3
• Kinderen kunnen digitale kloktijden aangeven op een analoge klok (tot eenheden van vijf minuten) en digitale tijden rangschikken...
Lees verder