dh
 
(Advertentie)
(Advertentie)
Gelijknamig maken: Kleinste gemene veelvoud
BASISREGEL - PLUSSOMMEN breuken (gelijknamig)

de getallen boven de streep optellen.

de getallen onder de streep blijven hetzelfde

 

1/4 + 2/4 = 3/4

FILMPJE - PLUSSOMMEN Breuken (gelijknamig) FILMPJE
(Advertentie)

trek de getallen boven de streep van elkaar af.

laat het getal onder de streep hetzelfde.

 

4/5 - 3/5 = 1/5

Een pagina met uitleg en filmpjes over BREUKEN

Sommen met breuken vinden veel kinderen lastig.

Op deze pagina daarom veel uitlegfilmpjes over hoe je met breuken kunt rekenen.

 

Er zijn steeds twee filmpjes per soort som

  • LANGE filmpjes waarin de som uitgebreid wordt uitgelegd en
  • KORTE filmpjes waarin alleen even snel wordt uitgelegd hoe het ook alweer moet.
  • TEKSTUITLEG is er ook per soort som, voor als je dat makkelijker vindt.

 

DISCLAIMER:

Ik geef in de filmpjes gewoon de uitleg zoals ik zelf denk dat het het handigst is. De uitleg hoort niet bij een bepaalde methode. Iedereen mag het er ook van harte mee oneens zijn.

De meeste filmpjes zijn ook in 1 of 2 keer opgenomen, dus er zitten best ook hier en daar versprekingen in of andere oneffenheden.

Toch wens ik je veel plezier met het bekijken van deze filmpjes en succes met het uitrekenen van de sommen!

 

meester dh

(Advertentie)

Doe de getallen boven de streep keer elkaar.

Doe de getallen onder de streep ook keer elkaar!

 

3/4 x 1/2 = 3/8

Als je deelt door een breuk moet je er een keersom van maken met de omgekeerde breuk:

 

2/5 : 1/2 = 2/5 x 2/1 = 

 

Daarna reken je het uit als een keersom met breuken:

 

2/5 : 1/2 = 2/5 x 2/1 = 4/5

(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)

Van breuk naar kommagetal

 

Om van een breuk een kommagetal te kunnen maken moet de breuk onder de streep 10, 100, 1000 hebben.

 

4/10

25/100

337/1000

 

je mag dan het getal boven de streep gewoon achter de komma zetten:

 

4/10 = 0,4

25/100 = 0,25

337/1000 = 0,337

 

MAAR: Hoe krijg je nou 10, 100 of 1000 onder de streep bij een breuk die dat niet heeft?

 

Stel je hebt als breuk 1/4

 

Op je papier moet je nu een tabel maken met de 1 boven en de 4 onder de streep:

 

Je moet dan proberen van de 4 10, 100 of 1000 te maken (door keer te doen of te delen). Bij 10 lukt dat niet, bij 100 wel. 4x25 is immers 100.

Als je die 4 keer 25 doet, moet je dat ook doen bij de 1 boven de streep. Je breuk wordt nu:

 

1/4 = 25/100.

 

Dan heb je dus een breuk met 100 onder de streep.

Je mag dan het getal boven de streep achter de komma zetten:

 

1/4 = 0,25